Ik heb een pot gekocht voor mijn kleine slavin. Zij scheidt en scheidt in het midden van de kamer. Met blijdschap zit zij op het potje in de ochtend en wat denkt u, heeft ze weer op de vloer geschoten. Uitwerpselen sprongen uit haar billen en gleedden langs de rand weer naar beneden. Na het zich ontlast te hebben, staakte zij op en keek terug naar de uitwerpselen op de vloer, waarin haar ogen verlegen een domme vraag lasten: En wie deed dat? Na een stilloze ontbijt wilde ik ook gaan schrijven. “Leg je neer op de vloer, mijn uitwerpseleneter,” fluisterde ik, “uw stinkende ontbijt komt eraan.” De kleine toiletsluis lag snel plat, en ik nam een enorm, dikke popeling, die zij oppikte en begon te kauwen, sappig te knabbelen. Je bent verslaafd aan het eten van uitwerpselen, jij houdt van mijn uitwerpselen, het is echt goed. Met een tevreden glimlach knikt zij toestemmend, eet het uitwerpselen en verspreidt het over haar lichaam. Ze houdt van mijn uitwerpselen, hun smaak, geur, geniet ervan om er aan te eten, te versmeren en zichzelf te bevredigen. Mijn uitwerpselen brengen haar tot orgasme.