Vandaag is een drukke dag voor mij als menselijke wc. Ze merken nauwelijks mijn aanwezigheid op. De studente was beledigd toen ze de toiletten betrad, met sterk ruikende urine op de vloer. Ik keek naar het gouden elixer dat perfect stroomde zoals een rivier van haar urinegaatje. Het blaasje van de oudere dame was vol als een verouderde kokosnoot, en haar stroom was perfect sterk, alsof hij regendruppels neerspatte. De derde vrouw was wat schuw, maar genoot ik er desondanks om te zien hoe ze een klont heldere urine produceerde – zoutig maar helder. De laatste, een oudere vrouw, was uitermate benieuwd om haar ontlasting overal op mij te laten zakken. Ik keek toe hoe ze haar vagina en anus samentrok als ze een stinkend ontlasting losliet die de kleur had van gedroogd bruin. Het vuile geheel landde rommelig op de tegels en vermengde zich met haar urine. Het was een festijn waardig voor de goden en ik kon niet wachten om uit mijn beperkingen te geraken voordat ik sprong op deze nieuwe schatten.