Vandaag heb ik vrije dag, vandaag heb ik twee levende toiletten. Zij zijn schaamteverwrongen om elkaar te aanschouwen. En nog veel verlegener om mijn uitwerpselen recht van de billen op te eten, elkaars ogen in sigaretsrook staand. Ze voelen zich beschaamd en jaloers tegelijkertijd, kauwend en slikkend mijn uitwerpselen. Ze willen meer, ze willen niet delen, ze willen het alleen opeten. Niet verwonderlijk heeft ik mijn kaksvanger getraind om een stropdas te zuigen, vandaag zal hij een echte penis zuigen. Hij bleek een capabele pompvriend te zijn, een echte wafel. Ik zal me namens hem verder verdiepen in zijn onderwijs, hij wordt een echte zaadontvanger.