De rampzalige man smeekt om vergiffenis, hij beweert dat hij nooit van plan was om haar te kwetsen, maar het komt te laat als ze hem naar de grond gooien. Gebonden met touw en weerloos ligt de kortehaarige vrouw over de worstelende man, spreidt haar wangen wijd open om haar rimpelige anus te tonen, voordat het wijnt open en een rijke, bruine plas zachte dienst loslaat op zijn gezicht als haar kortehaarige vrouw het tafereel skts op haar notitieblok. De wrede kortehaarige vrouw wrijft de stinkende dienst in zijn gezicht, voordat de man’s ex-vriendin hem afwast met een stoomende douche van zoute urine en ten slotte afmaakt met haar eigen stinkende, aromatische dienst pile in zijn handen, terwijl haar kortehaarige vrouw het met haar camera vastlegt.