Mijn slaaf-vrouw staat steeds paraat. Bij het zien van dit nietsval heb ik genoten om een sigaret aan te steken. Ik veracht haar, deze niemand, voor haar onderdanigheid en welwillendheid om mijn uitwerpselen op te eten. Ik scheet in haar vieze modderige mond, doofde mijn sigaret eruit. Lieg nog even varken, eet, geniet van de smaak van mijn uitwerpselen, prikkel jezelf, exciteer jezelf. Je bent nu in mijn uitwerpselen, ik zal je een trap geven en je weggooien. Ga naar huis, ik heb geen behoefte meer aan jou vandaag.