Mijn slaafsvrouw heeft een lange weg afgelegd. De weg van begrip, wording, aanvaarding en leren. En nu is zij geheel in mijn macht, zij is helemaal van mij. Zij drinkt urine Liter op Liter, niet alleen vers direct van de bron, maar ook verzameld gedurende enkele dagen, zuur en bedorven. Ze neemt het in mond en eet uitwerpselen, opent haar mond bij de eerste vraag. Zij is mijn asbak, vuilnisbak en toilet. Recht bankoordeloos oordelen, het is geenszins haar schuld, ze is simpelweg een toilethoer, ze houdt van vernedering.
1. Vuilnismond van slaefvrouw, altijd bereikbaar
Mijn slaafsvrouw staat steeds paraat. Bij dit nietsnut kijk ik graag even een sigaret aan. Ik verachte haar, deze niemendalletje, omwille van haar onderdanigheid en bereidwillige instelling om mijn uitwerpselen op te eten. Ik scheet erin tijdens haar modderige lozemond, stamp hierop met een sigarettenpeuk uit. Leun stil big, eet op, geniet van de smaak van mijn ontlasting, prikkeling jezelf, amuseer jezelf. Je bent vol merda, ga ik jou daarna hardhandig verwijderen en buiten werpen. Ga naar huis, ik zal je vandaag niet meer nodig hebben.
2. Slaafsvrouw drinkt urine verzameld over 4 dagen
Ik heb besloten om mijn mannes en mijn urine vier dagen lang te verzamelen. Mijn slaafsvrouw komt die drank leegdrinken. Wat een urinesmellende geur, jullie pissen voor me, plas nog wat. Er bleek zo’n liter van te zijn. Ach dat slaafsvrouwtje moet nu al die pis opdrinken. Jij en je mannen hebt piss voor je verzameld. Drink, spoel door. Ik zei niet je mondspoelen, slok op. Open uw mond, laat me zien waar je al gulzig van geslikt hebt. Kom, drink nog wat. Welke stinkende, bedorvene pis, welke verschrikkelijke geur. Drink, je bent immers een slaafsvrouw, dus moet je gehoorzaamen. Plastijzer gespreind over het lichaam om je te laten stinken. Was je af in pis, je zult zo rijkelijk gestreken en naar huis gaan. Nou, maak je drank op, haalt je op wat je op de grond hebt laten glijden.