Ik voel me goed. Kak in je broek in de ochtend, dat is zo geweldig. Het is maar jammer dat er geen kakavraatser die al mijn kak voortgetikt kan worden. Ik wil dat jij al mijn kak opgegeten wordt, iedere ochtend.
Kijk, lozer, jij zult alles opeten, een mondje vullen, je tong erover strijken. En mijn onderbroek in je mond wassen. Eet, kakavraatser.