Je bent niets, een levend toiletpotje. Je bestaan dient om mij te dienen. Je zit in de hoek en warter voordat ik ga plassen of poepen. Ik roep je en jij opent jouw toiletmond wijd en je drinkt en eet alles wat ik naar je toe gooi. Je behoort aan mij en gehoorzaamt mij in alles. Elke dag, elk uur van de dag of nacht zul je mijn laarzen likken als ik in mest stap. Je zal mijn urine drinken tijdens mijn rode dagen. Alle uitwerpselen van mijn billen komen in je mond. Geniet van je nieuwe leven, toiletblik.
Mijn uitwerpselen passen niet in uw mond
Ik ben zo gewend aan één van de toilet slaven rondom dat het me erg spijt en ik niet wil dat mijn uitwerpselen hun toilethmonden overschrijden. Ik drage kurken in mijn billen en mijn uitwerpselen worden steeds groter en groter elke keer. Kijk eens naar deze enorme bal uitwerpselen, het past nog niet eens in de toiletmond. Maar ik weet dat jij ze wilt eten, elk laatste stuk van mijn uitwerpselen.