Ik heb een grote hoop uitwerpselen voor jou gemaakt. Eet, vul je mond vol met uitwerpselen. Kauw en slok dan op. Je eet uitwerpselen met zo’n eetlust. Hier is een banaan voor je, die ik in het uitwerpsel heb gedaan, en eet het. Je bent een echte vuile toiletblaffertje.
Met trots en genot neemt Maya het glas in haar hand en houdt het onder haar geslacht. Kristalheldere gouden urine stroomt in het glas, vol tot aan de rand. Ik kan haar urinelucht zelfs van hier al ruiken. Langzaam, waardig en plezierig begint zij de urine te drinken, terwijl zij tegelijk de in haar mond opgespaarde uitwerpselen wegwast.
Ze is onverzadigbaar. Ik kan alles met haar doen, en zij houdt ervan om in uitwerpselen en urine te zijn, de hele tijd.