Ik moet gaan werken, maar ik moet ook scheten, en ik voel er niet zo naar om het de hele dag te vasthouden. Vooral wanneer ik een levend toilet heb dat me dient. Zo kan ik niet alleen wanneer ik wil debreren, maar ik voel ook immense lust van zijn lijden. Het prikkelen van het toilet is altijd een plus, omdat het van mijn uitwerpselen leeft alsof ik het de beste taart ter wereld heb gegeven. Ik trek, wat vroeger menselijke ballen was, spuug op het, laat het mijn schoenen schoonmaken en geef zelfs het privilege om mijn perfecte voeten te aanbidden. Dat alleen zou al voldoende beloning zijn om het te doen wat ik wil. Vervolgens is het tijd mij te herinneren waarom ik me overdadig bezighoud met het. Het eten van mijn uitwerpselen is alles wat het naar leidt. Mijzigtig maken van het en het omdraaien in het perfecte uitwerpseleneter. Zoals altijd heb ik er behoefte aan weinig woorden, om het te overtuigen en precies te doen wat ik vraag. Lubriceren van mijn billen, het uitwerpselen in zijn mond nemen en gewoon daar blijven als een geestloos voorwerp. Naar alle waarschijnlijkheid zou het de hele dag blijven doen, en het zou het graag doen. Maar voldoende plezier voor mij en het. Het is tijd om naar het werk te gaan en ik heb één laatste ding te doen. Herinner het aan zijn plaats in het leven. Ik trek het er weer aan en spug op het, terwijl ik uitleg wat het voor mij is. Zo goed is het om een Godin te zijn.