De middelbare Aritomo leidde een dubbelleven: bankdirecteur overdag en menselijk toilet ‘s avonds. Zijn minnares van vannacht, Aya, nam de ultieme genoegen in zijn kaak met een afgebroken fles. Haar sterk ruikende mus in zicht, kon Aritomo alleen maar stil blijven terwijl hij kreunde van de stinkende urine. Wat had zij gedronken voor deze behandeling? Aritomo sabbelde zoutig, bitter en zuur tegelijkertijd. Maar hij durfde geen enkele druppel van het uit te spuwen, want anders zou hij de woede van zijn minnares riskeren. De urine glipte en gurgelde naar beneden in Aritomo’s keel, een goede kwart van het totaal, zo viel hem op voor zo’n kleine vrouw. Vervolgens opende Aritomo zijn mond zodat zijn minnares kon gaan zitten op zijn gezicht en haar ongewassen mus en urinehol op zijn mond en neus kon wrijven. De geur was nog sterker wanneer zijn neus begraven was in haar mus en bos, en de geur van urine bevochtigde de binnenzijden van zijn mond en gezicht. Aritomo voelde zich nu als een echt menselijk toilet-slaaf.