Ik besloot om mijn slaaf een kulinaire uitbarsting te geven. Met veel enthousiasme bereidde ik een enorm maal voor, waardig voor een koning, vergezeld van emmers vol verfrissende urine om het allemaal af te spoelen.
Als ik hem onder mijn toiletkruk zag, voelde ik me trots. Maar terwijl het maal vorderde, liep zijn tempo terug en zijn gezicht veranderde van genoegen naar ongemak.
Ondanks mijn aanmoedigingen om er alles van te eten, gaf hij uiteindelijk op. Onvermocht nog een biefstukje of slokje te nemen, barstte hij in tranen uit onder mijn stoel, verslagen door het feest dat ik zo liefdevol had voorbereid.
Ik gebruikte hem als mijn menselijke asbak wanneer zijn mond vol mest zat! Hij is zo’n laffe s-laaf!