1. Je moet gaan liggen en wachten, wanneer Mevrouw in je mond plast en piest. Je moet mijn spugen opvangen en dankbaar zijn. Zeer spoedig zal ik willen plassen en hopen dat er veel plas zal zijn. Ik wil je mond vol poepen, toiletkom.
2. Je bent mijn levende toilet, je wilt het zelf
Je bent mijn levende toilet! Wees gereed om mijn uitwerpselen op te eten. Sapachtige, roomse uitwerpselen zullen je mond overspoelen tot overmaat. Ruik, de geur, de stank van mijn uitwerpselen, alles wat je zal inhaleren dag na dag, keer na keer. Je wilt het zelf.